Hof van Beroep Antwerpen

Het hof van beroep Antwerpen (hierna ‘het hof’) neemt kennis van de uitspraak van de rechtbank van eerste aanleg Brussel in de zaak van de familie Van Espen tegen de Belgische Staat.

Het hof wil uitdrukkelijk bevestigen dat de eerdere zaak van de dader van de moord op Julie Van Espen eertijds zorgvuldiger en sneller door het hof had moeten behandeld worden, ook al was er een tekort aan magistraten door het beperkt invullen van de kaders.  

Ten aanzien van de ouders, familie en vrienden van Julie Van Espen willen we beklemtonen dat de behandeling van de zaak op het hof anders had moeten lopen. Waar een engagement voor justitie er steeds één is om mensen te beschermen, hebben we hier zelf fouten gemaakt zonder dewelke dit immense leed hen misschien bespaard was gebleven. We kunnen enkel aangeven dat er bij evidentie maatregelen zijn genomen om de werkwijzen aan te passen en te verbeteren en om dit soort zaken op een sluitende wijze op te volgen.

Er kan ook opgemerkt worden dat het gewelddadig overlijden van Julie Van Espen, mede onder impuls van haar ouders, heeft geleid tot tal van verbeteringen in de aanpak van dossiers van seksueel geweld, ook op het hof. Zo kan verwezen worden naar de samenstelling van dossiers van seksueel geweld, die meer dan voorheen alle mogelijke relevante informatie bevatten, en naar de betere opvolging en de kortere behandeltijden in deze dossiers. Toen deze behandeltijden gelet op een hogere instroom recent dreigden uit te lopen, werd een tweede kamer op het hof met deze zaken belast.

Helaas zijn we er duidelijk nog niet, de weg van noodzakelijke hervormingen binnen justitie is nog lang, maar de herinnering aan Julie moet blijvend inspireren om steeds opnieuw aan deze weg te timmeren. Het hof zal hierin, met gepaste bescheidenheid, maar ook met overtuiging, haar verantwoordelijkheid opnemen.

Dit bericht is momenteel de volledige publieke communicatie van het hof.