Rechtbank eerste aanleg Antwerpen

De rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen heeft 12 beklaagden veroordeeld voor hun betrokkenheid bij een raveparty op het militair domein Groot Schietveld te Brecht in het weekend van 8 en 9 juli 2023. Er zijn werkstraffen uitgesproken, gevangenisstraffen en boetes opgelegd, en tegenover drie burgerlijke partijen worden er schadevergoedingen toegekend.

Voor de raveparty werd geen toestemming gevraagd aan de eigenaar of beheerder van het domein, noch werd er bij enige overheid een vergunning of toelating gevraagd. Via sociale media werden potentiële bezoekers uitgenodigd voor het evenement, maar de exacte locatie bleef voor de bezoekers tot vlak voor het begin geheimgehouden. Kort na middernacht op 8 juli 2023 reden de organisatoren en de eerste bezoekers het terrein op en ging de raveparty van start. Uiteindelijk zouden meer dan 200 personen aanwezig zijn.

Eerste en derde beklaagde zijn de organisatoren van de raveparty. Tweede en vierde beklaagde zijn medewerkers. Ze regelden huur van materiaal, communiceerden met bezoekers en troffen voorbereidingen. Deze beklaagden hebben zich verenigd om een wanbedrijf te plegen. De overige 8 beklaagden zijn bezoekers.

Het uitgekozen terrein is een militair domein dat duidelijk afgesloten en verboden terrein is. Qua militaire activiteiten wordt het domein onder meer gebruikt voor schietoefeningen en activiteiten van DOVO (de ontmijningsdienst van het leger). De plaats waar de geluidsinstallaties werden opgesteld en de ruimte die werd gebruikt om te feesten bij de raveparty, betreft net een kuil die specifiek voor activiteiten met explosieven wordt gebruikt. ’s Nachts en zonder de nodige voorzorgen een dergelijke plaats betreden, houdt dan ook een gevaar in.

Het terrein is bovendien een natuurgebied. Door de raveparty clandestien en zonder de juiste omkadering zoals toiletten en vuilbakken te organiseren, is er schade berokkend.

Burgerlijk luik

Burgerlijk partij Defensie begroot in detail de schade op 78.635,46 euro. Een onderneming die aan het terrein actief is en in haar werkzaamheden werd gehinderd, begroot de schade op 2.177,50 euro. De gemeente Brecht tot slotte begroot de schade op 2.071,19 euro.

De rechtbank is van oordeel dat de schade die de burgerlijke partijen aanduiden, niet oorzakelijk terug te brengen is naar de bezoekers van de raveparty (5de tem 12de beklaagde). De rechtbank acht de schade bewezen, correct begroot en veroordeelt de organisatoren en medewerkers tot betaling van de schadevergoedingen aan de drie burgerlijke partijen. De rechtbank is beklaagden niet gevolgd waar ze stelden dat de politie hen ten onrechte de mogelijkheid niet heeft gegeven om het terrein op te ruimen.

Strafrechtelijk luik

Op strafgebied spreekt de rechtbank straffen uit die rekening houden met allerlei factoren. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen de organisatoren, medewerkers en bezoekers. Ook de verklaringen die de beklaagden hebben afgelegd op de zitting worden mee in overweging genomen. Sommige beklaagden hebben spijt uitgedrukt. Anderen hebben gewezen op hun vast werk. Naast nog andere elementen werd hun strafrechtelijk verleden ook meegenomen in de strafmaat.

Er zijn 2 beklaagden bij verstek veroordeeld. In hun geval kan de rechtbank geen kennisnemen van hun intenties of toekomstplannen.

Eerste beklaagde is de organisator van de raveparty. Hij heeft zich geëxcuseerd, verklaart geen verboden te middelen meer te gebruiken en geen andere raveparty’s meer te bezoeken. Hij verzocht niet om een werkstraf. Hij wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 10 maanden en een boete van 4.000 euro. Voor de gevangenisstraf en een gedeelte van 2.400 euro van de boete krijgt hij de gunst van uitstel gedurende een periode van 3 jaar.

Derde beklaagde is de andere organisator. Hij verscheen niet ter zitting en was niet vertegenwoordigd, hij wordt veroordeeld bij verstek. Hij werd al eerder veroordeeld en bevindt zich in de staat van wettelijke herhaling. Hij wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 1 jaar en een boete van 4.000 euro.

Tweede en vierde beklaagde worden veroordeeld als medewerkers. Tweede beklaagde kan geen werkstraf uitvoeren omwille van medische redenen. Hij pleegde de feiten tijdens een periode van probatiemaatregelen voor andere feiten. Hij wordt daarom ook strenger beoordeeld door de rechtbank. Vierde beklaagde verzocht om een werkstraf.

Tweede beklaagde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 7 maanden en een boete van 2.400 euro. Voor de gevangenisstraf en een gedeelte van 1.600 euro van de boete verleent de rechtbank de gunst van uitstel gedurende een periode van 3 jaar.

Vierde beklaagde wordt veroordeeld tot een werkstraf van 100 uren en een boete van 2.000 euro. Voor de boete wordt uitstel verleent voor een termijn van drie jaar.

De 8 andere beklaagde, de bezoekers, krijgen straffen die variëren van: werkstraffen van 46 tot 52 uren en boetes met gedeeltelijk uitstel, tot gevangenisstraffen van 3 tot 4 maanden en boetes.