Rechtbank veroordeelt aannemersbedrijf voor onopzettelijke doodslag na tragisch arbeidsongeval in Oud-Heverlee

08/04/2025

De rechtbank van eerste aanleg Leuven heeft vandaag een aannemersbedrijf uit Tienen ('de beklaagde') veroordeeld voor onopzettelijke doodslag ten gevolge van een tragisch arbeidsongeval. Het bedrijf wordt op strafrechtelijk gebied veroordeeld tot een boete van 30.000 euro. Dit ongeval vond plaats op 28 augustus 2023 in een zandgroeve in Oud-Heverlee. Een werknemer van het aannemersbedrijf reed met een wiellader zand uit. Bij het achteruit rijden had hij de bestuurder van een vrachtwagen niet opgemerkt, die naast deze vrachtwagen stond. Het kwam tot een aanrijding, waarbij het slachtoffer geplet raakte tussen zijn eigen vrachtwagen en de wiellader van de beklaagde. Het slachtoffer overleed ter plaatse. Volgens de rechtbank was het arbeidsongeval het gevolg van een gebrek aan voorzorg en voorzichtigheid in hoofde van het aannemersbedrijf.

Feiten

Op maandagochtend 28 augustus 2023 werd in de zandgroeve van beklaagde in Oud-Heverlee door een vrachtwagen van een ander bedrijf grond gelost. Een werknemer van beklaagde reed op dat ogenblik met een wiellader zand uit.

De bestuurder van de bewuste vrachtwagen reed zijn vrachtwagen een 20-tal meter naar voren en stapte vervolgens uit om zijn vrachtwagen af te borstelen. Daardoor kwam er geen grond op de openbare weg terecht.

De wiellader van de beklaagde reed op dat moment achteruit en plette daarbij het slachtoffer tussen de wiellader en de vrachtwagen. Het slachtoffer overleed ter plaatse.

Het slachtoffer was op het moment van de feiten 53 jaar en woonachtig te Landen.

Bewezen tenlasteleggingen

De beklaagde liet volgens de rechtbank na om de nodige verkeersregels of instructies in de zandgroeve te nemen (tenlastelegging A: geen adequate verkeersregels wanneer een mobiel arbeidsmiddel zich binnen een werkzone beweegt). Evenmin nam de beklaagde de nodige maatregelen om te vermijden dat werknemers zich te voet begaven in de zones waar de zware machines zich bevinden (tenlastelegging B: geen passende maatregelen om werknemers te voet te beschermen). 

Het slachtoffer moest voldoen aan zijn verplichting om zijn vrachtwagen schoon te borstelen alvorens hij zich terug op de openbare weg begaf. Hij deed deze schoonmaak ter plaatse, bij gebrek aan een duidelijk aangegeven plaats om dit te doen. Op het ogenblik van deze schoonmaak was de werknemer van beklaagde het zand met de wiellader aan het uitrijden. Ook dit gegeven had, door het nemen van de gepaste maatregelen, volgens de rechtbank vermeden kunnen worden.

Bijkomend beschikte deze werknemer niet over een gepaste opleiding om met deze machine te werken, zodat hij niet voldoende bewust was van het gevaar (tenlastelegging C: mobiele arbeidsmiddelen met eigen aandrijving laten besturen door werknemers zonder adequate opleiding). 

Dit tragische arbeidsongeval kon gebeuren door een gebrek aan voorzorg en voorzichtigheid in hoofde van beklaagde (tenlastelegging D: onopzettelijke doodslag). Een eerdere risico-inventarisatie en -evaluatie in januari 2023 had onder meer geleerd dat er een hoog risico bestond op dergelijk zware ongevallen tijdens het laden en lossen. Beklaagde was dus op de hoogte van de gevaren.

De rechtbank acht daarom de tenlasteleggingen A,B,C en D ten aanzien van de beklaagde bewezen.

Oordeel rechtbank

De rechtbank veroordeelt de beklaagde op strafgebied tot een effectieve geldboete van 30.000 euro. Op burgerlijk vlak kent de rechtbank een provisionele schadevergoeding toe van in totaal 20.000 euro aan de nabestaanden van het slachtoffer.

De feiten zijn volgens de rechtbank ernstig en getuigen van een gebrek aan aandacht voor de veiligheid en het welzijn voor de werknemers die zich op de werksite bevinden. Bovendien beschikt de beklaagde over een strafregister met een specifieke voorgaande.

De rechtbank stelt tot slot vast dat het slachtoffer geen enkele schuld treft, zodat er geen sprake kan zijn van een gedeelde verantwoordelijkheid voor dit arbeidsongeval.