Twee beklaagden veroordeeld tot gevangenisstraffen wegens poging diefstal met geweld met verzwarende omstandigheden

09/10/2024

De rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen – afdeling Gent heeft twee beklaagden veroordeeld tot respectievelijk 7 en 10 jaar gevangenisstraf voor een mislukte diefstal met geweld bij het huis van een Gentse wapenhandelaar. Beide beklaagden bevonden zich in staat van wettelijke herhaling, waarbij vooral de tweede beklaagde reeds een zeer zwaar strafverleden heeft. Hij pleegde de feiten tijdens een dag penitentiair verlof.

Feiten

Op 25 februari 2023 begeven de twee beklaagden zich naar de woning van de burgerlijke partij, een zelfstandig wapenhandelaar en eigenaar van een wapenwinkel in Gent. Die is op dat moment thuis, in het gezelschap van zijn partner en zijn tweejarig kleinkind. Een van beide beklaagden belt aan. Wanneer de wapenhandelaar via een raam op de eerste verdieping vraagt wie aan de deur staat, vertelt de ene beklaagde dat hij voor een pakjesdienst werkt. De andere beklaagde blijft ondertussen bij hun voertuig staan, een witte bestelwagen. Toen de burgerlijke partij – die de deur nog altijd niet had geopend - door het venster van de voordeur keek, zag hij dat de ene beklaagde terug naar de bestelwagen liep en een wapen droeg (kaliber 9 mm Luger).

De ene beklaagde draaide zich plots om, nam zijn pistool en vuurde vier keer in de richting van de voordeur. Hij trapte vervolgens de voordeur in en stapte naar de trappenhal. Daar werd hij aangevallen door enkele honden van de wapenhandelaar. Hij schoot een van de honden dood. 

De wapenhandelaar had ondertussen het jachtwapen genomen dat op zijn slaapkamer stond. Vanuit de deuropening van de slaapkamer op de eerste verdieping vuurde hij een eerste keer naar de trapleuning. De ene beklaagde schoot vervolgens vanuit de trappenhal vier keer in de richting van de eerste verdieping. De wapenhandelaar schoot zelf nog een keer terug.

De schutter riep daarna iets naar de andere beklaagde, en liep vervolgens in de richting van de bestelwagen. Omdat de wapenhandelaar zich nog altijd bedreigd voelde, schoot hij vanuit het venster van de eerste verdieping nog tweemaal in de richting van de bestelwagen. Hij zag de impact van zijn schot aan de onderkant van de deur van de bestuurder. Volgens een getuige reed de bestelwagen weg in de richting van Gent-Zeehaven.

Onderzoek naar het voertuig

Het labo en een wapendeskundige komen ter plaatse voor verder onderzoek. Er wordt ook een buurtonderzoek uitgevoerd. De politie merkt op dat de verklaring van het slachtoffer in grote lijnen overeenkomt met de vaststellingen door de wapendeskundige en de politiediensten.

De wapenhandelaar denkt dat zijn honden zijn leven hebben gered, omdat de schutter zich eerst met hen moest bezighouden. Hij stelt geen idee te hebben waarom iemand hem op die manier zou willen aanvallen. Hij is er zeker van dat de schutter hem zou vermoord hebben indien hij zelf geen vuurwapen ter hand had genomen.

Aan de hand van verschillende camerabeelden wordt de vluchtweg van de witte bestelwagen in kaart gebracht. Verder onderzoek leert dat deze Renault Master op naam staat van een persoon uit Mechelen, die politioneel gekend is en onder meer bestelwagens verhuurt. Zo merkt de politie dat de bestelwagen was gehuurd door een neefje van de (ex-)partner van de eerste beklaagde. Die zit ondertussen sinds 25 mei 2023 in de open inrichting van Hoogstraten wegens een eerdere veroordeling. 

Ondervraging eerste beklaagde

Pas na meerdere ondervragingen bekent de eerste beklaagde de feiten. Hij heeft de bestelwagen laten huren en deze nadien laten herstellen. Als motief voor de (mislukte) diefstal wijst hij naar de tweede beklaagde. Die zou hem verteld hebben dat er in het huis van de wapenhandelaar geld te rapen viel, en hij een mooie beloning zou krijgen voor zijn hulp bij de diefstal. Verder beweert de eerste beklaagde dat hij niet wist dat de tweede beklaagde een wapen bij zich had en van plan was om geweld te gebruiken. Hij wijst de tweede beklaagde ook als de schutter aan.

Ondervraging tweede beklaagde

De tweede beklaagde verblijft in de gevangenis van Oudenaarde in uitvoering van een eerdere gevangenisstraf. Hij had op 25 februari 2023 een dag penitentiair verlof. Op 26 februari 2023 is hij terug binnengekomen in de gevangenis.

Bij zijn ondervragingen ontkent de tweede beklaagde telkens elke betrokkenheid bij de feiten en herhaalt hij zijn onschuld. Hij stelt tenslotte zelfs dat zijn rechten zijn geschonden en hij geen recht heeft op een eerlijk proces omdat het dossier naar de pers werd gelekt.

Hoewel fotoherkenning en DNA-onderzoek niks opleveren, kunnen GSM-gegevens, opzoekingen via de ANPR-camera’s, de track- and trace gegevens van de gebruikte bestelwagen en andere camerabeelden beide beklaagden aan elkaar, aan de witte bestelwagen en aan de mislukte diefstal koppelen.  

Tenlastelegging

Beide beklaagden moesten zich verantwoorden voor poging diefstal met geweld of bedreiging met verzwarende omstandigheden (met het vertoon van wapens, met braak, bij nacht, door twee of meer personen en met gebruikmaking van een voertuig om de vlucht te nemen).

Voor de rechtbank bestaan er voldoende objectieve bewijzen dat beide beklaagden bij de feiten betrokken zijn.

De rechtbank moet wel vaststellen dat er twijfel is wie van beide beklaagden het wapen heeft gebruikt en de schoten heeft gelost:

  • Buiten de verklaring van de eerste beklaagde over de identiteit van de schutter zijn er geen andere objectiveerbare elementen, zoals camerabeelden, DNA-herkenning of een duidelijke persoonsbeschrijving door de slachtoffers.  
  • Verschillende elementen tonen ook aan dat de verklaringen van de eerste beklaagde minstens gedeeltelijk ongeloofwaardig overkomen (zijn rol als hulpje, dat hij niet wist dat de tweede beklaagde gewapend was, dat hij geloofde dat er niemand thuis was,…).

De twijfel rond wie de schutter was, moet bij de schuldbeoordeling in het voordeel van beide beklaagden worden uitgelegd gelet op het vermoeden van onschuld.

Ondanks alle vaststellingen blijft het precieze motief voor de feiten onduidelijk. Een intentie om de burgerlijke partij, mogelijk zelfs met voorbedachten rade, te doden kan aan de hand van de beschikbare informatie en mede door de totale ontkenning van de tweede beklaagde niet met voldoende zekerheid worden vastgesteld. Ook de verklaring van de eerste beklaagde omtrent het precieze motief van het handelen van beide beklaagden moet met de meeste omzichtigheid worden benaderd.

Voor de rechtbank staat het wel vast dat – aan de hand van de objectieve elementen van het strafdossier – de daders een vermogensrechtelijk doel hadden (of het stelen van gelden of andere waardevolle zaken of overgaan tot een homejacking of een tigerkidnapping, om zo te kunnen overgaan tot het bekomen van gelden of zelfs van wapens uit de wapenhandel van de burgerlijke partij).

Strafmaat

De rechtbank veroordeelde de eerste beklaagde tot een gevangenisstraf van 7 jaar en de tweede beklaagde tot een gevangenisstraf van 10 jaar. Beide beklaagden moeten aan de burgerlijke partij een schadevergoeding van 40.921,87 euro en een rechtsplegingsvergoeding van 3.750 euro betalen.

Motivering rechtbank

Bij het bepalen van de strafmaat hield de rechtbank rekening met de volgende elementen:

  • De extreem zware feiten, waarbij op een zeer gewelddadige manier een gezin werd overvallen, een vuurgevecht werd gestart en tot twaalf schoten werden afgevuurd. Het is onbegrijpelijk hoe geldelijke motieven kunnen leiden tot dergelijke criminele gedragingen, waarbij een mensenleven van ondergeschikte waarde wordt bevonden.
  • Beide beklaagden bevonden zich door eerdere veroordelingen in een staat van wettelijke herhaling. Zo liep de eerste beklaagde al 13 politionele veroordelingen en 6 correctionele veroordelingen op (waaronder een veroordeling in 2020 tot 30 maanden gevangenisstraf, weliswaar deels met probatie-uitstel, voor druggerelateerde feiten). De tweede beklaagde heeft een zeer zwaar strafverleden (10 keer eerder correctioneel veroordeeld, en dit heel vaak tot jarenlange gevangenisstraffen voor zeer ernstige vermogens- en gewelddelicten).
  • Beide beklaagden getuigen van een zeer gevaarlijke ingesteldheid, waartegen streng moet worden opgetreden. De maatschappij dient beveiligd te worden tegen dergelijke uitwassingen van geweld zonder enige scrupules.