Twee beklaagden krijgen gevangenisstraffen voor slagen en verwondingen

13/06/2024

De rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen - afdeling Oudenaarde heeft twee beklaagden veroordeeld wegens slagen en verwondingen. De eerste beklaagde werd daarnaast ook onder andere veroordeeld voor diefstal met geweld, wapenbezit en opzettelijke slagen aan politieagenten.

Feiten

Op 29 maart 2023 wordt de eerste beklaagde in Gent gecontroleerd door de politie. In zijn heuptas vinden agenten een alarmpistool en munitie, in de voorkant van zijn broeksriem zit een mes. Bij de navolgende huiszoeking wordt op het bed van de beklaagde een dolk aangetroffen. Uit gegevens van de gsm van de beklaagde blijkt hij lid te zijn van openbare groepen die zich bezig houden met drugs- en wapenhandel. Uit berichten blijkt ook dat de beklaagde mogelijks plannen had om een overval te plegen.

Op 4 oktober 2023 stellen agenten vast dat er vier personen lachgas aan het gebruiken zijn op de openbare weg. Bij controle blijkt de eerste beklaagde bij het groepje te horen. Hij gooit een zakje op de grond, dat drie kleinere verpakkingen met ketamine bevat. In zijn heuptas wordt een alarmpistool aangetroffen. Op aangeven van de tweede beklaagde – die zich ook in het groepje bevond – wordt in de broek van de eerste beklaagde ook een machete gevonden.

Op aangeven van de tweede beklaagde, die deel uitmaakte van het groepje van 4, wordt overgegaan tot het fouilleren van de eerste beklaagde. Daaruit blijkt dat hij ook een machete bij zich heeft, verstopt in zijn broek.

Op 19 oktober 2023 legt een vrouw een verklaring af bij de politie van Oudenaarde. Op 6 oktober werd zij, haar man en haar zoon kortstondig met een mes bedreigd door de eerste beklaagde. Hij was aan hun woning gestopt en uit een lichte vrachtwagen gesprongen. Met dit voertuig met meerdere inzittenden hadden ze vooraf de zoon gevolgd.

Op 13 november 2023 doet een jongeman in Ronse aangifte dat hij werd aangevallen door twee personen die zijn portefeuille en gsm probeerden te stelen. De daders grepen hem bij de keel en sloegen hem. De daders worden later herkend als de eerste en de tweede beklaagde. Zij verklaren echter dat zij niets hebben proberen stelen, maar dat ze een dispuut over drugs hadden met de jongeman.

Op 15 december 2023 doet een man aangifte van de diefstal van zijn portefeuille aan het station van Ronse. De dader wordt geïdentificeerd als de eerste beklaagde.

Op 19 december 2023 wordt de politie opgeroepen naar de woning van de eerste beklaagde. Hij zou de inboedel van zijn eigen woning kort en klein aan het slaan zijn. Bij aankomst weigert de eerste beklaagde mee te werken en geeft hij meermaals een duw aan een agent. Nadat hij is geboeid, trapt hij een agent op de knie en schopt hij tegen het portier van het politievoertuig. Hij slingert de agenten ook verschillende beledigingen naar het hoofd. Bij fouillering wordt bij de eerste beklaagde een mes aangetroffen.

Tenlasteleggingen

Op basis van het onderzoek moest de eerste beklaagde zich voor de rechtbank verantwoorden  voor:

  • Poging diefstal met geweld of bedreiging, met twee verzwarende omstandigheden (door twee personen, bij nacht).
  • Diefstal met geweld.
  • Dragen van vuurwapens zonder wettige reden (alarmpistool met stempel).
  • Dragen van voorwerpen om personen te bedreigen of lichamelijk letsel toe te brengen (machete, keukenmes en Rambo-mes).
  • Online te koop aanbieden van vuurwapens.
  • Seksistische gebaren of handelingen.
  • Opzettelijke slagen aan agenten.
  • Weerspannigheid.
  • Bedreigingen.
  • Smaad.

De tweede beklaagde moest zich enkel verantwoorden voor de poging diefstal met geweld met twee verzwarende omstandigheden (met twee of meer personen, bij nacht).

Schuld

Alle feiten werden bewezen verklaard, maar de poging diefstal met geweld werd heromschreven naar het toebrengen van opzettelijke slagen met arbeidsongeschiktheid tot gevolg. De rechtbank acht het niet bewezen dat de beide daders het opzet hadden het slachtoffer te bestelen.

Strafmaat

De rechtbank heeft de eerste beklaagde veroordeeld tot een hoofdgevangenisstraf van 40 maanden, met uitstel van 30 maanden voor een termijn van 5 jaar. De beklaagde moet voor dit uitstel wel een hele reeks voorwaarden naleven (zo moet hij werken aan zijn drugsproblemen en een gepaste professionele en gespecialiseerde psychosociale/psychiatrische begeleiding volgen).

De tweede beklaagde werd veroordeeld tot een hoofdgevangenisstraf van 9 maanden en een geldboete van 400 euro. Hij krijgt deze straf omwille van zijn strafrechtelijk verleden. Naast twee terechtwijzingen door de jeugdrechtbank (in 2019 en in 2020), werd hij reeds twee keer correctioneel veroordeeld (in 2020 tot een gevangenisstraf van 8 maanden wegens diefstal, in 2022 tot een gevangenisstraf van 14 maanden wegens witwasmisdrijven, informaticabedrag en het deel uitmaken van een vereniging van misdadigers). Ingevolge dit laatste vonnis, bevindt deze beklaagde zich in staat van wettelijke herhaling.

De beoordeling van de vergoeding van de slachtoffers zal eind oktober 2024 behandeld worden. De rechtbank gaat daarmee in op de vraag van partijen om hierover eerst schriftelijk standpunt in te kunnen nemen.

De partijen hebben nog 30 dagen de mogelijkheid om hoger beroep aan te tekenen.