Twee beklaagden veroordeeld wegens ernstige zedenfeiten tegenover minderjarigen

17/06/2025

De correctionele rechtbank van Dendermonde heeft vandaag twee vonnissen uitgesproken in zaken rond ernstige zedenfeiten waarbij minderjarigen waren betrokken. De rechtbank vindt het daarbij bijzonder verontrustend dat de ene beklaagde zijn vertrouwensfunctie als leerkracht, monitor en zwemleraar flagrant misbruikte. Ook de andere beklaagde – eveneens een leerkracht – maakte misbruik van de kwetsbare toestand van zijn slachtoffers. 

De eerste beklaagde werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van acht jaar. Hij verliest zijn burgerrechten voor een periode van vijf jaar en wordt voor een termijn van tien jaar ter beschikking gesteld van de strafuitvoeringsrechtbank. Daarnaast mag de beklaagde gedurende een periode van twintig jaar niet deelnemen aan activiteiten met minderjarigen. Aan de diverse burgerlijke partijen moet de beklaagde een totale provisionele schadevergoeding van 39.000 euro betalen.

De tweede beklaagde werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van zeven jaar. Hij verliest zijn burgerrechten voor een periode van vijf jaar en wordt voor een termijn van vijf jaar ter beschikking gesteld van de strafuitvoeringsrechtbank. Aan de burgerlijke partij moet de beklaagde een schadevergoeding van 1.500 euro en een rechtsplegingsvergoeding van 627,91 euro betalen.

Motivering rechtbank

Bij haar beslissing hield de rechtbank rekening met volgende elementen:

  • De bewezen verklaarde feiten zijn absoluut verwerpelijk en getuigen van een verregaande perversiteit, waartegen de maatschappij moet worden beschermd. Beide beklaagden kampen duidelijk met een uitermate verstoorde seksualiteitsbeleving. De rechtbank vindt het daarbij bijzonder verontrustend dat de eerste beklaagde zijn vertrouwensfunctie als leerkracht, monitor of zwemleraar flagrant misbruikte. Ook de andere beklaagde – eveneens een leerkracht – maakte misbruik van de kwetsbare toestand van zijn slachtoffers.
  • Het is duidelijk dat de handelingen van beklaagde mogelijk een bijzonder negatieve impact hebben (of zullen hebben) op de verdere ontplooiing en ontwikkeling van deze minderjarigen. Zij hadden het recht om onbezorgd op te groeien en om ten gepaste tijde, zonder inmenging van de beklaagde, gestaag kennis te maken met hun eigen seksualiteit. De beklaagde heeft dit proces mogelijk ernstige schade toegebracht.
  • Het is voor de rechtbank duidelijk dat de beklaagden zich bij hun terugkeer in de samenleving intensief zullen moeten laten begeleiden en aan zichzelf zullen moeten werken. Zonder een dergelijke begeleiding bestaat er een groot risico op nieuwe zedendelicten.