Twee broers veroordeeld wegens diverse drugsdelicten
De rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Gent, heeft twee broers – waaronder een Belgisch kampioen boksen - veroordeeld wegens diverse drugsdelicten. Zo maakte de eerste beklaagde zich onder andere schuldig aan het invoeren en verkopen van de designerdrug mephedrone.
Feiten
Op 27 oktober 2023 werd een Audi A6, met de eerste beklaagde aan het stuur, op de E19 in Brasschaat door de Federale Wegpolitie aan de kant gezet. In de auto werd 1 kilo mephedrone aangetroffen.
De designerdrug zat vacuüm verpakt in een plastic zak met daarop het merk en de tekening van kattenbakkorrels. De eerste beklaagde – die over een werknemersbadge van een bedrijf in de zeehaven van Gent beschikte – werd gearresteerd.
Bij een huiszoeking bij de eerste beklaagde trof de politie verboden wapens aan. In het bureau van de broer van de eerste beklaagde werd 1 kilogram mephedrone, twee weegschalen, zakjes met restanten cannabis en witte restanten en een boksbeugel aangetroffen. In het huis werden ook nog twee kistjes aangetroffen, met daarin insulinespuiten en Melanotan II.
De eerste beklaagde bekende dat hij in 2023 vier keer naar Nederland reed om mephedrone te kopen en de drugs nadien in het Gentse verkocht. Sinds 2020 verkocht hij ook cocaïne. Hij verklaarde ook zelf cocaïne en mephedrone te gebruiken.
De tweede beklaagde (broer van de eerste beklaagde) verklaarde dat hij samen met zijn broer de aangetroffen weegschalen gebruikten om mephedrone af te wegen.
Samen versneden ze de mephedrone en verpakten deze in plastic knijpzakjes. Bij de verkoop werden de verdovende middelen ofwel cash aan de eerste beklaagde betaald of werd het geld overgeschreven op een rekeningnummer.
Bij het uitlezen van de GSM van de eerste beklaagde vond de politie verschillende chatapplicaties die gebruikt worden in het drugmilieu (Signal, Wickr, Telegram,…). Er werden diverse druggerelateerde contacten en talrijke relevante communicaties aangetroffen.
Videofragmenten uit het GSM-toestel toonden ook beelden van cannabisplanten in de tuin van de eerste beklaagde. Die bekende dat hij twee cannabisplanten had geteeld en daaruit 200 gram oogst had gehaald.
Tenlasteleggingen
De eerste beklaagde moest zich voor de rechtbank verantwoorden voor volgende tenlasteleggingen:
-
invoer, uitvoer en vervoer van middelen zonder vergunning (4 kilo mephedrone)
-
verkopen van cocaïne en mephedrone *
-
bezit van cocaïne en mephedrone *
-
teelt van verdovende middelen (cannabis)
-
bezit van verboden wapens (een boksbeugel en een babygun)
-
het dragen of vervoeren van scherpe, snijdende of stompe voorwerpen en stoffen, met de wens deze te gebruiken voor het toebrengen van lichamelijk letsel of voor het bedreigen van personen (baseballknuppel)
De tweede beklaagde moest zich verantwoorden voor het bezit en het verkopen van mephedrone. *
* Met de verzwarende omstandigheid dat de beklaagden deel uitmaken van een criminele organisatie.
Strafmaat
Eerste beklaagde
De rechtbank veroordeelde de eerste beklaagde tot een gevangenisstraf van 3 jaar met probatie-uitstel voor een termijn van 5 jaar (behoudens zijn reeds ondergane voorhechtenis), en een effectieve boete van 8.000 euro.
Aan het probatie-uitstel zijn diverse strikte voorwaarden verbonden. Zo moet de eerste beklaagde regelmatig urinecontroles laten uitvoeren om eventueel middelengebruik op te sporen. Bij een positief resultaat moet hij een gespecialiseerde begeleiding volgen voor zijn drugsproblematiek. Indien nodig moet hij eveneens een gespecialiseerde begeleiding volgen voor zijn gokverslaving. Daarnaast mag de eerste beklaagde geen casino’s of online goksites bezoeken en geldt er gedurende 5 jaar een totaal bezoek- en werkverbod binnen de Belgische havens en de dienstverlenende sectoren.
Daarnaast werd een voertuig Audi A6 en een bedrag van 30.000 euro verbeurd verklaard. De eerste beklaagde werd wel vrijgesproken voor het bezit van de baseballknuppel.
Tweede beklaagde
De tweede beklaagde werd veroordeeld tot een autonome probatiestraf van de maximale termijn van 2 jaar. Dit betekent dat hij 2 jaar door een justitie-assistent wordt opgevolgd, en in samenspraak gepaste begeleidingen moet volgen. De rechtbank deed daarbij een suggestie in het vonnis waaronder:
-
regelmatig zijn urine laten controleren op middelengebruik
-
het bespreekbaar stellen van een eventuele gokverslaving en zich daar indien nodig gepast voor laten begeleiden
Als de tweede beklaagde deze autonome probatiestraf niet goed volbrengt, voorziet de rechtbank een vervangende gevangenisstraf van 8 maanden.
Motivering rechtbank
Bij het bepalen van de strafmaat en de probatievoorwaarden hield de rechtbank onder andere rekening met volgende elementen:
- Uit vele elementen van het onderzoek blijkt zonder enige redelijke twijfel dat de eerste beklaagde vanuit Nederland mephedrone invoerde in België, en dit sinds minstens 10 april 2023 tot en met de datum van zijn arrestatie op 27 oktober 2023. Het is ook bewezen dat de eerste beklaagde tussen 20 december 2020 en 27 oktober 2023 cocaïne verkocht, en dat beide beklaagden in diezelfde periode samen mephedrone verkochten.
- De aard en ernst van de feiten, die getuigen van onvoldoende normbesef en de drang naar snel geldgewin. Door hun praktijken hielden beide beklaagden de verslaving van anderen in stand. Zij stelden zich daarbij manifest onvoldoende vragen, ook niet over de mogelijke nadelige gevolgen van druggebruik bij de uiteindelijke afnemers. Deze praktijken veroorzaken aanzienlijke maatschappelijke overlast, waarbij aan de samenleving belangrijk schade wordt toegebracht.
-
Het relatief gunstige strafrechtelijke verleden van de beklaagden.
- Het feit dat de eerste beklaagde tijdens zijn voorwaardelijke invrijheidsstelling een urinetest vervalste om zo zijn aanhoudende druggebruik te proberen verbergen. Het is dan ook geenszins vaststaand dat de beklaagde op vandaag drugsvrij is.
-
De eerste beklaagde werkzaam was tijdens zijn arrestatie werkzaam als havenarbeider in de Gentse zeehaven. Nadien werd hij daar ontslagen. Zijn werkgever gaf als reden aan dat het gebruik en de verkoop van drugs niet verenigbaar is met het verrichten van havenarbeid. Het havengebied is een drugsgevoelig milieu en de sociale partners leveren enorme inspanningen om alle drugshandel tegen te gaan. De rechtbank sluit zich daarbij aan.
- De eerste beklaagde moet beseffen dat misdaad niet mag lonen, en het maatschappelijk onaanvaardbaar zou zijn dat hij straffeloos genot had van de opbrengsten van zijn drugsverkoop. Om die reden drong de bijzondere verbeurdverklaring van de vermogensvoordelen lastens de eerste beklaagde zich op.