Verschillende beklaagden veroordeeld wegens toebrengen van slagen en verwondingen en diefstal met geweld

17/06/2025

De rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Kortrijk heeft verschillende beklaagden veroordeeld wegens onder andere het toebrengen van slagen en verwoningen en diefstal met geweld. De feiten kaderen in een gewelddadige ripdeal en de daaropvolgende wraakactie. Opmerkelijk hierbij is dat twee beklaagden zich elk tegenover elkaar ook burgerlijke partij hadden gesteld.

Feiten – aanval op eigenaar pizzeria

Op 25 september 2022 werd de politie opgeroepen wegens een steekpartij aan een pizzeria in Kortrijk. Ter plaatse lag een zwaargewonde man (YV) op de grond. Volgens getuigen werd het slachtoffer (de eigenaar van de pizzeria) door twee personen geslagen. Beide aanvallers vluchtten daarna weg in een zwarte Volkswagen Golf. Het slachtoffer had steekwonden aan de nek en de rechterschouder. Hij verklaarde zijn aanvallers niet te kennen.

Onderzoek naar de zwarte Volkswagen golf leidde naar eigenaar JDN. De politie onderzocht met wie JDN eerder in de gevangenis had gezeten en kwam zo bij een tweede betrokkene (AM) terecht. Die verklaarde dat de aanval was uitgevoerd door twee jongemannen die een lift hadden gevraagd, en dus toevallig mee met JDN en hem in de auto zaten.

Bij het uitlezen van de GSM van JDN vond de politie afbeeldingen van YV en zijn pizzeria. In een audiofragment werd gesproken over de voorbereiding van de feiten, waarbij de politie de stem van JDN herkende. De speurders vonden ook screenshots van gesprekken tussen JDN en een zekere ‘despin’ (de beklaagde AV), waarbij geld werd geboden om pizzeria-eigenaar YV heel zwaar te verwonden. Eerdere gesprekken tussen beiden leken betrekking te hebben op de verkoop van drugs.

De oorsprong – een gewelddadige ripdeal

Op 16 juni 2023 vond een huiszoeking plaats in de woning waar AV verbleef. Er werden onder meer enkele wapens en gegevensdragers in beslag genomen. AV werd op 27 juni 2023 gearresteerd. Hij verklaarde dat hij op zijn beurt twee jaar geleden zwaar in elkaar was geslagen door een groep mannen, waarbij pizzeria-eigenaar YV een leidende rol speelde. AV werd geschopt en geslagen en de drugs die hij vervoerde werd gestolen. Als wraak had AV daarom opdracht gegeven om YV zwaar in elkaar te slaan. Hiertoe had hij enkele mensen geronseld. Het ging om mensen waarmee hij eerder drugs verhandelde.

Burgerlijke partij én beklaagde

De correctionele rechtbank in Kortrijk behandelde bijgevolg een zaak waarbij twee beklaagden (AV en YV) zich tegelijk burgerlijke partij tegen elkaar (en andere beklaagden) hadden gesteld.  

Drie beklaagden werden vervolgd voor poging tot moord. De rechtbank besliste echter om deze tenlastelegging te herkwalificeren naar het toebrengen van slagen en verwondingen met voorbedachten rade. Daarnaast moesten bepaalde beklaagden zich ook verantwoorden voor afpersing, diefstal met geweld of bedreiging en lidmaatschap van een vereniging opgericht om op personen of eigendommen misdaden te plegen.

Beoordeling schuldvraag rechtbank

De rechtbank beoordeelde de feiten en omschreef de rol van de diverse beklaagden en hun schuld als volgt.

  • Toebrengen van slagen en verwondingen met voorbedachten rade

Eerste beklaagde (AV)

Er is geen discussie dat de eerste beklaagde de aanval op de pizzeria-eigenaar niet heeft uitgevoerd of rechtstreeks aan de uitvoering heeft meegewerkt. Omgekeerd wordt ook niet betwist dat hij door giften, beloften, bedreigingen, misbruik van gezag of van macht, misdadige kuiperijen of arglistigheden, de misdaad of het wanbedrijf rechtstreeks heeft uitgelokt.

Uit het dossier blijkt dat er ernstig geweld gebruikt werd. Uit vaststellingen van de gerechtsdeskundige blijkt dat er messteken toegebracht werden op een plaats waar de kans op levensbedreigende verwondingen groot was.

Het is echter niet aangetoond dat de eerste beklaagde wetens en willens de opdracht heeft gegeven om dergelijk geweld te gebruiken. Er bestaat ook redelijke twijfel of hij zich in de gegeven omstandigheden bewust was van die mogelijkheid en het risico heeft genomen door te volharden en zich niet te distantiëren. In teruggevonden chatgesprekken blijkt dat hij plannen maakte om de pizzeria-eigenaar “echt hard” te laten aanpakken, hem “goed gehandicapt [te laten] slaan” of hem in het been te laten schieten. Er zijn echter geen chatgesprekken of andere elementen teruggevonden die aantonen dat AV de bedoeling had om YV te laten doden. Er zijn ook geen bewijzen teruggevonden dat hij vroeg om wapens te gebruiken.

Tweede beklaagde (JDN)

De tweede beklaagde betwist niet dat hij als chauffeur optrad voor de personen die YV hebben neergestoken. Hij verleende op die manier zodanige hulp dat de misdaad of het wanbedrijf zonder zijn bijstand niet kon worden gepleegd.

Het blijkt echter niet dat de tweede beklaagde tijdens de autorit messen heeft gezien, of op een andere manier op de hoogte was dat er potentieel dodelijk geweld zou worden gebruikt. Er bestaat ook redelijke twijfel of hij zich in de gegeven omstandigheden bewust was van die mogelijkheid en het risico heeft genomen door te volharden en zich niet te distantiëren. Het is wel aangetoond dat hij op voorhand op de hoogte was dat de personen die hij zou vervoeren minstens slagen of verwondingen zouden toebrengen aan YV.

Derde beklaagde (AM)

De feiten zijn niet bewezen wat de derde beklaagde betreft. Het staat vast dat hij aanwezig was in de auto, maar dat hij niet één van de twee personen was die messteken heeft toegebracht. Uit de camerabeelden valt af te leiden dat hij in de wagen bleef zitten. Uit het dossier blijkt ook niet dat hij bij de voorbereiding van de feiten betrokken was.

  • Afpersing (met de verzwarende omstandigheden dat de feiten in groep en ’s nachts plaatsvonden)

Vierde beklaagde (YV)

De rechtbank acht het bewezen dat de vierde beklaagde zich schuldig maakte aan afpersing (met verzwarende omstandigheden dat de feiten in groep en ’s nachts plaatsvonden). Zo verklaarde hij dat er een ripdeal gepland was aan de Lange Munte in Kortrijk en dat hij gevraagd was om daarbij betrokken te zijn. Bij deze ripdeal werd AV (eerste beklaagde) zwaar toegetakeld en werd hem drugs ontnomen.

Vijfde beklaagde (HH)

De feiten zijn niet bewezen wat de vijfde beklaagde betreft. Er zijn geen objectieve elementen of camerabeelden die de vijfde beklaagde aan de feiten kunnen linken.

Zesde beklaagde (KD)

De feiten zijn bewezen wat de zesde beklaagde betreft. Hij heeft zijn deelname aan de ripdeal ook nooit betwist.

Zevende beklaagde (HZ)

De feiten zijn niet bewezen wat de zevende beklaagde betreft. Er zijn geen objectieve elementen of camerabeelden die de zevende beklaagde aan de feiten kunnen linken.

  • Diefstal met geweld of bedreiging met verzwarende omstandigheden

De rechtbank acht de feiten bewezen voor de vierde beklaagde (YV) en de zesde beklaagde (KD). De feiten zijn niet bewezen wat betreft de vijfde (HH) en de zevende beklaagde (HZ).

  • Deel uitmaken van een vereniging opgericht om op personen of eigendommen misdaden te plegen

De feiten zijn bewezen wat de vierde beklaagde (YV) en de zesde beklaagde (KD) betreft. Uit het dossier blijkt dat de feiten gepleegd werden door een gestructureerde groep van meer dan twee personen. De feiten werden gepland en er was daarbij sprake van een duidelijke taakverdeling. Elke toevallige samenkomst is dus uitgesloten.

De feiten zijn niet bewezen wat de zevende beklaagde (HZ) betreft.

Strafmaat

De rechtbank sprak volgende veroordelingen uit:

Eerste beklaagde

Een hoofdgevangenisstraf van drie jaar met probatie-uitstel voor een termijn van drie jaar (met uitzondering van het gedeelte dat overeenstemt met de duur van de ondergane voorhechtenis) en een geldboete van 1.600 euro. Aan dit probatie-uitstel zijn wel enkele strikte voorwaarden verbonden (waaronder het zich onthouden van drugsgebruik en de drugsmilieus mijden, en zich zolang als nodig verder psychologisch laten begeleiden).

Tweede beklaagde

Een hoofdgevangenisstraf van drie jaar met uitstel voor een termijn van drie jaar (met uitzondering van het gedeelte dat overeenstemt met de duur van de ondergane voorhechtenis) en een geldboete van 1.600 euro.

Vierde en zesde beklaagde

Beiden elk een hoofdgevangenisstraf van 20 maanden met uitstel voor de duur van drie jaar, en een geldboete van 800 euro.

De derde, vijfde en zevende beklaagde werden vrijgesproken.

Burgerlijke vorderingen

De rechtbank veroordeelt de eerste (AV) en tweede beklaagde (JDN) tot het betalen van een schadevergoeding van 7.500 euro en een rechtsplegingvergoeding van 1.833,72 euro aan YV.

De rechtbank veroordeelt de vierde beklaagde (YV) en de zesde beklaagde (KD) hoofdelijk tot het betalen van een provisionele schadevergoeding van 1.500 euro aan de eerste burgerlijke partij (AV). De rechtbank stelde een deskundige aan om de definitieve schade verder te bepalen.

Motivering rechtbank

Bij het bepalen van de strafmaat hield de rechtbank onder andere rekening met volgende elementen:

  • De aard en de bijzondere ernst van de feiten, en de omstandigheden waarin ze werden gepleegd. De eerste beklaagde (AV) werd eerst slachtoffer van een gewelddadige ripdeal, maar plande vervolgens jaren later een wraakactie. Daarbij deinsde hij er niet voor terug om op sociale media op zoek de gaan naar mensen om tegen betaling iemand zwaar aan te pakken.
  • De betrokkenheid van sommige beklaagden bij een gewelddadige ripdeal, waarbij ernstig geweld werd gebruikt om de slachtoffers twee kilogram cannabis afhandig te maken.
  • De gevolgen voor de slachtoffers, zowel bij de ripdeal als na de wraakactie. Zo raakten verschillende slachtoffers ernstig gewond en moesten ze in het ziekenhuis verzorgd worden. De gevolgen hadden voor YV trouwens nog veel ernstiger kunnen zijn. Hij had immers steekwonden aan de nek en de rechterschouder, een plaats waar het oplopen van levensbedreigende verwondingen uitermate groot is door de aanwezigheid van de luchtpijp en van grote oppervlakkige bloedvaten.
  • Het strafverleden van de beklaagden (gunstig of ongunstig), net als hun huidige sociale, familiale en professionele situatie.
  • Het tijdsverloop sinds de feiten.
  • De uitgedrukte spijt, welke op de zitting oprecht overkwam.
  • De beklaagden moeten een kans krijgen om verder aan hun maatschappelijke re-integratie te werken.