Persbericht over het proces van de aanslagen van 22 maart 2016.
Bij beschikking van 1 september 2022 en overeenkomstig art. 258/1, § 1, van het Wetboek van Strafvordering heeft de voorzitster van het hof van assisen voor de aanslagen van 22 maart 2016 beslist een webradio op te zetten voor de, in het dossier, gekende slachtoffers en hun advocaten.
Deze beschikking wordt gerechtvaardigd door het groot aantal slachtoffers met een woonplaats in het buitenland, maar ook door de beperkte capaciteit van het Justitia-gebouw om een dergelijk groot aantal op te vangen.
Voor dit assisenproces wordt de webradio geïmplementeerd onder de volgende voorwaarden:
- De webradio is beperkt tot een audio-opname van de debatten.
- De uitzending loopt met 30 minuten vertraging.
- Opslag en opname van spraak en gegevens, met inbegrip van persoonsgegevens, die tijdens de zitting worden meegedeeld, zijn strikt verboden, ongeacht op welke wijze en op welk tijdstip, behalve ten behoeve van de uitgestelde uitzending en alleen voor de duur van de uitgestelde uitzending, d.w.z. in dit geval 30 minuten.
De bij de zaak gekende slachtoffers en hun advocaten die toegang wensen tot de webradio, dienen dit te melden aan de griffie van het hof van assisen of aan het federaal parket, door het aanvraagformulier in te vullen, dat verkrijgbaar is bij de griffie van het hof van assisen en dat vanaf 6 september 2022 kan worden gedownload op de website van het hof van beroep. Het federaal parket zal dit verzoek onverwijld aan de griffie van het hof van assisen overmaken. De voorzitster van het hof van assisen zal dan een individuele beschikking nemen waarbij de verzoeker toegang wordt verleend tot de webradio.
Zodra de individuele beschikking door de voorzitster van het hof van assisen is genomen, worden de technische diensten die bevoegd zijn voor de webradio onverwijld door de griffie van het hof van assisen in kennis gesteld voor de spoedige uitvoering van deze beschikking.
Bij gebreke van een individuele beschikking waarbij de toegang tot de webradio wordt toegestaan, is deze toegang verboden.
Overeenkomstig artikel 258/1, § 2, van het Wetboek van Strafvordering kan de voorzitster verbieden om alle of een deel van de debatten uit te zenden om de sereniteit van de debatten te garanderen of om de verstoring van de openbare orde te voorkomen. Zij kan de uitzending om die reden te allen tijde onderbreken.
Overeenkomstig artikel 258/1, § 3, van het Wetboek van Strafvordering wordt het opnemen van deze opname of het uitzenden ervan aan derden bestraft met een gevangenisstraf van zes maanden tot twee jaar en met geldboete van tweehonderd euro tot tienduizend euro of met een van die straffen alleen.