Politierechtbank Dendermonde - Geen zekerheid van causaal verband tussen verkeersongeval en overlijden slachtoffer
Voor de politierechtbank van Dendermonde bestaat er geen zekerheid van een causaal verband tussen een verkeersongeval in 2017 en het overlijden van een van beide slachtoffers in 2019. Als gevolg hiervan werd de beklaagde vrijgesproken voor onopzettelijke doodslag. Hij werd wegens onopzettelijke slagen en verwondingen wel veroordeeld tot een geldboete van 800 euro en een rijverbod van 30 dagen.
Feiten
Op 11 juni 2017 reed de beklaagde in de Bogaerdestraat in Dendermonde aan hoge snelheid een koppel wandelaars aan. De beklaagde was onder invloed van Tramadol, wat hij blijkbaar al 8 maanden onafgebroken nam. In de koffer van zijn voertuig werden ook grote hoeveelheden van deze medicatie aangetroffen. Beide voetgangers raakten bij het ongeval zwaar gewond. De beklaagde werd aanvankelijk vervolgd wegens onopzettelijke slagen en verwondingen.
Een van de slachtoffers leed op het moment van het ongeval aan beenmergkanker. Hij overleed op 16 januari 2019. Volgens sommige dokters overleed de man na een infectie in een wonde die hij bij het ongeval had opgelopen. Bovendien moest hij als gevolg van het ongeval zijn therapie voor de behandeling van de kanker onderbreken.
De rechtbank besloot daarom om na te gaan in hoeverre er een causaal verband bestond tussen het verkeersongeval en het overlijden van het slachtoffer. In dat geval zou de beklaagde zich ook moeten verantwoorden voor onopzettelijke doding.
Onderzoek causaal verband verkeersongeval en overlijden
De rechtbank stelde verschillende specialisten aan om te onderzoeken of er een causaal verband bestond tussen het overlijden van het slachtoffer en het verkeersongeval.
De rechtbank stelde volgende zaken vast:
- De diverse specialisten kwamen tot verschillende conclusies, en waren het oneens.
- Het wondje is veel later ontstaan door het behandelen van progressieve oedemen in de onderste ledematen, met interferentie van andere aandoeningen.
- Het wondje zou de vermoedelijke ingangspoort voor de infectie zijn geweest.
- De onderbreking van de nodige therapie voor het beenmergkanker kan evenmin als beslissend worden weerhouden.
Als gevolg hiervan oordeelde de rechtbank dat er geen zekerheid bestond van een causaal verband tussen het verkeersongeval en het overlijden van het slachtoffer. De beklaagde werd daarom vrijgesproken voor onopzettelijke doding.
Strafmaat
De beklaagde werd wegens onopzettelijke slagen en verwondingen veroordeeld tot een geldboete van 800 euro en een rijverbod van 30 dagen.
Wegens het overschrijden van de redelijke termijn moest de strafmaat worden gemilderd. Er dringt zich wel een herevaluatie op van de rijgeschiktheid van de beklaagde. In dat opzicht werd een geneesheer-deskundige aangesteld. De rechtbank zal dit verder behandelen op de zitting van 20 juni 2025.