07/08/2025

De rechtbank van eerste aanleg Leuven heeft vandaag een jager veroordeeld voor inbreuken op het Soortenbesluit en het Jachtdecreet. De beklaagde werd eind 2023 door de Natuurinspectie betrapt toen hij op een jachtterrein in Boutersem tamme fazanten aan het uitzetten was met het oog op de jacht. De rechtbank spreekt van moreel verwerpelijke praktijken, die het duurzaam wildbeheer en de volksgezondheid schade toebrengen. 

Feiten 

De feiten werden vastgesteld op 20 november 2023 tijdens een uitgebreid toezicht door de Natuurinspectie op een jachtterrein gelegen in Vertrijk (Boutersem). Dit toezicht vond plaats naar aanleiding van eerdere geruchten over het uitzetten van fazanten met het oog op de jacht.

Omstreeks 20 uur 's avonds werd de beklaagde in de onmiddellijke omgeving van het jachtterrein aangetroffen met zijn voertuig. De beklaagde kon geen verklaring geven voor zijn aanwezigheid. De laadbak van zijn voertuig bevatte recente uitwerpselen, pluimen en veren van fazanten.

Enkele honderden meters verderop vond de Natuurinspectie een tiental kartonnen dozen, die typisch gebruikt worden voor het transport van fazanten. In vier van deze dozen bevonden zich 21 nog levende, niet-geringde fazanten. De overige dozen waren leeg, op enkele uitwerpselen, pluimen en veren van fazanten na. Aan de staat van de dozen kon de Natuurinspectie afleiden dat ze nog maar pas in het aanwezige gewas waren achtergelaten.

Op ongeveer 450 meter van het voertuig van de beklaagde trof de Natuurinspectie dezelfde avond nog een tweede voertuig aan. In de buurt van dit voertuig werden ook enkele lege transportdozen gevonden met daarin uitwerpselen, pluimen en veren van fazanten. Het voertuig was niet slotvast achtergelaten en bleek eigendom te zijn van een familielid van de beklaagde. De eigenaar van dit tweede voertuig verklaarde tijdens zijn verhoor dat hij telefonisch had afgesproken met de beklaagde om naar het jachtterrein te gaan. Ter plaatse zou de beklaagde hem te kennen hebben gegeven dat het de bedoeling was om fazanten uit te zetten voor de jacht. 

Bij de beklaagde werd ook een huiszoeking uitgevoerd, waarbij de politie diverse wapens en een grote hoeveelheid munitie aantrof. 

De beklaagde is jachtrechthouder van het jachtterrein waarop de fazanten werden aangetroffen. Hij weigerde over deze feiten verhoord te worden door de Natuurinspectie. 

Oordeel rechtbank

De rechtbank verklaart de beklaagde schuldig aan inbreuken op het Soortenbesluit (ter bescherming van dier- en plantensoorten) en het Jachtdecreet van de Vlaamse overheid. De beklaagde heeft minstens 21 tamme fazanten vervoerd en uitgezet in het wild. Deze feiten vonden plaats ten nadele van vzw Vogelbescherming Vlaanderen, dat zich burgerlijke partij had gesteld. 

De beklaagde wordt op strafgebied veroordeeld tot een effectieve geldboete van 8.000 euro. 

Daarnaast moet de beklaagde op burgerlijk vlak aan de vzw Vogelbescherming Vlaanderen een schadevergoeding betalen van 1.500 euro, te vermeerderen met de interesten aan de wettelijke interestvoet vanaf 20 november 2023. De rechtbank is immers van oordeel dat deze bewezen feiten onmiddellijk raken aan de statutaire doelstellingen van de vzw Vogelbescherming Vlaanderen. 

Motivering rechtbank

In haar motivering spreekt de rechter over ernstige en moreel verwerpelijke praktijken. Het uitzetten van tamme vogels in het wild om deze vervolgens te kunnen bejagen, toont aan dat beklaagde als jager het eigen plezier verkiest boven het belang van een duurzaam wildbeheer en de volksgezondheid. Deze houding is in onze samenleving voor een jager volstrekt onaanvaardbaar. De rechtbank is daarom van oordeel dat de beklaagde een krachtig signaal moet krijgen dat deze feiten maatschappelijk niet worden getolereerd.