De rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen - afdeling Kortrijk heeft een beklaagde veroordeeld tot een effectieve gevangenisstraf van 8 jaar. De man vernielde de voordeur en de badkamerdeur van de woning van zijn ex-partner met een bijl, en verwondde haar meerdere keren met een mes. De rechtbank oordeelde dat de beklaagde handelde met voorbedachten rade en met het opzet om te doden.
Aanleiding en feiten
Op 31 maart 2023 drong de beklaagde binnen in de woning van zijn ex-partner. Hij had de glazen voordeur van de woning ingeslagen en was onder andere gewapend met een bijl en een mes. De beklaagde vernielde vervolgens met een bijl de deur van de badkamer waar zijn ex-partner en haar dochter zich hadden verstopt. Vervolgens stak hij zijn ex-partner met een mes in haar hals en linkerborst en duwde haar in het bad met haar hoofd tegen de muur. Met een hamer en een bijl sloeg hij vervolgens alles in de badkamer kapot.
De twee kinderen van zijn ex-partner konden ondertussen uit de woning vluchten. Toen de politie aankwam, vertelden zij dat hun moeder gewond was door een mes. Toen politieagenten de woning betraden, werden zij door de beklaagde toegeroepen dat hij gewapend was met een revolver. De beklaagde stampte een gat in de deur, gooide de brokstukken met groot geweld naar beneden en dreigde tegen de politieagenten dat hij hen zou neerschieten. Daarna zei hij meermaals dat hij zijn polsen zou oversnijden, dat hij zijn ex-partner had gestoken met een mes en dat hij haar de kop zou inslaan met een bijl.
De politie plaatste een ladder tegen de woning waardoor zij in de badkamer konden kijken. Ze zagen het slachtoffer in de badkuip liggen en hoorden haar om hulp roepen. Zowel in de badkuip als op de vloer was bloed te zien.
Na enige tijd sneed de beklaagde zijn polsen over. Uiteindelijk zette hij zich tegen de radiator en liet hij het slachtoffer vertrekken om hulp te halen. Het slachtoffer kon haar woning verlaten en werd overgebracht naar de spoeddienst van het ziekenhuis. Bij de arrestatie van de beklaagde vond de politie een plooimes, een bijl, een fileermes, een breekmes en bebloede handschoenen.
Bij zijn ondervraging vertelde de beklaagde dat hij kwaad was geworden na een bericht van zijn ex-partner, waarin stond dat ze seksuele betrekkingen met een andere man zou hebben. Hij bekende dat hij op het moment van de feiten onder invloed van alcohol was. De beklaagde verklaarde ook dat hij een alcoholprobleem en een autismespectrumstoornis heeft. Hij wou ook zelfmoord plegen.
Het slachtoffer verklaarde dat de beklaagde haar tijdens hun relatie regelmatig sloeg.
Concrete beschuldigingen
Op basis van het onderzoek werd de beklaagde concreet vervolgd wegens:
- poging tot moord
- wederrechtelijke en willekeurige gevangenhouding met verzwarende omstandigheden
- onrechtmatig binnendringen van een woning (braak)
- opzettelijke slagen (met verzwarende omstandigheden)
- bedreigingen
Strafmaat
De rechtbank heeft de beklaagde veroordeeld tot een effectieve gevangenisstraf van acht jaar.
Aan zijn ex-partner moet de beklaagde een provisionele schadevergoeding van 5.000,00 euro betalen. De rechtbank stelde ook een gerechtsdeskundige aan. De verdere begroting van de schadevergoeding zal worden behandeld op de zitting van 10 december 2024.
Aan de twee kinderen van zijn ex-partner moet de beklaagde telkens 2.500,00 euro betalen.
De rechtbank tilt zwaar aan de feiten. Zo is er sprake van een uitermate gevaarlijke ingesteldheid in hoofde van de beklaagde en een totaal gebrek aan normbesef. De rechtbank hield ook rekening met het zeer ongunstig strafverleden van de beklaagde: hij werd reeds diverse keren correctioneel veroordeeld voor opzettelijke slagen en verwondingen. Uit de verslagen van de gerechtspsychiater en de gerechtspsycholoog blijkt dat er een zeer hoog risico bestaat dat de beklaagde zich opnieuw schuldig zal maken aan feiten van intrafamiliaal geweld. Bij het bepalen van de strafmaat heeft de rechtbank daarom prioriteit gegeven aan de bescherming van de maatschappij.