02/10/2024

De politierechtbank West-Vlaanderen – afdeling Brugge - heeft een beklaagde vrijgesproken voor onopzettelijke doding na een fietsongeval. Volgens de rechtbank kon niet met zekerheid worden bepaald hoe het ongeval is gebeurd. Daarnaast kon men niet achterhalen of het overlijden van het slachtoffer het gevolg was van het ongeval.

Feiten

Op 16 september 2023 reed de beklaagde samen met haar twee kinderen op een tweerichtingsfietspad (in de Guido Gezellelaan te Brugge). Toen de beklaagde een voorligger wilde inhalen, kwam ze in aanrijding met het stuur van een tegenligger, een 83-jarige vrouw. De oudere vrouw kwam daarbij ten val.

De hulpdiensten merkten bij het slachtoffer uiterlijk geen grote verwondingen op. Zij was ook nog in staat om te praten. Ook beide elektrische fietsen – van de beklaagde en van het slachtoffer – liepen geen schade op.

Het slachtoffer werd naar het ziekenhuis gebracht, waar ze een dag later overleed. Bij een CT-scan stelden de dokters een hersenbloeding vast. Volgens het medisch rapport was het echter niet te achterhalen of deze hersenbloeding de oorzaak was van de val of dat het hiervan een gevolg was.

Vrijspraak

De beklaagde moest zich voor de politierechtbank in Brugge verantwoorden voor onopzettelijke doding als gevolg van een verkeersongeval. Zij werd hiervoor vrijgesproken.

Motivering politierechtbank

De politierechtbank hield bij haar beslissing rekening met volgende elementen:

  • Er kon niet met zekerheid bepaald worden hoe het ongeval is gebeurd. Er waren geen getuigen. Bovendien stelde het parket geen verkeersdeskundige aan om de omstandigheden van het ongeval nader te onderzoeken. Een fout van de beklaagde werd niet bewezen geacht, en de vrijspraak dringt zich op grond van twijfel op.
  • Uit het medisch attest bleek bovendien dat niet kon worden achterhaald of het overlijden door de hersenbloeding werd veroorzaakt door de val met de fiets.