04/06/2024

De politierechtbank West-Vlaanderen – afdeling Veurne – heeft bijkomende informatie gevraagd aan het Openbaar Ministerie omtrent een geldende snelheidsbeperking op de plaats van een verkeersovertreding. Op het moment van de verkeersinbreuk hing het verkeersbord dat de bebouwde kom aanduidde namelijk omgekeerd. Hierdoor had dit verkeersbord geen bindende kracht.

Feiten

De beklaagde reed op 2 februari 2024 binnen een bebouwde kom, waar de maximum toegelaten snelheid 50 km/u bedraagt. Zijn snelheid werd via een flitscamera vastgesteld op 92 km/u (een gecorrigeerde snelheid van 86 km/u).  

De beklaagde moest zich hiervoor verantwoorden voor de politierechtbank in Veurne.

De beklaagde verdedigde zich door te stellen dat op die dag het verkeersbord omgedraaid hing en dit bij hem tot verwarring leed. In de regio hadden actievoerende landbouwers in de voorgaande dagen effectief vele verkeersborden omgedraaid.

Rechter spreekt een tussenvonnis uit

De rechtbank stelde vast dat het Openbaar Ministerie het niet nodig achtte om hierrond verder onderzoek te voeren. De rechtbank neemt dan ook aan dat het desbetreffende verkeersbord op de dag van de overtreding niet was aangebracht overeenkomstig de voorschriften van de wegcode. Bijgevolg had dit verkeersbord dus geen bindende kracht.

De rechtbank heeft aan het Openbaar Ministerie gevraagd om haar in te lichten welke snelheidsbeperking op de plaats en het tijdstip van de overtreding van toepassing was (aangezien het betreffende verkeersbord geen bindende kracht had). De verdere behandeling van de zaak is om die reden uitgesteld naar 9 september 2024.