25/06/2024

De rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Kortrijk heeft geoordeeld dat de strafvordering in hoofde van de beide beklaagden was vervallen door de zeer zwaarwichtige miskenning van de redelijke termijn.

Aanleiding en feiten

De twee beklaagden werken als speurders bij de politiezone Grensleie (Menen, Wevelgem, Ledegem). Dertien jaar geleden waren zij betrokken bij het onderzoek naar de moord op CV uit Moorsele. De toenmalige partner van CV kwam in beeld als verdachte en legde deels bekentenissen af. Niet veel later trok hij deze verklaringen weer in. Hij werd in 2015 vrijgesproken door het hof van assisen (de echte dader bleek een buurman te zijn, die hiervoor tot een levenslange gevangenisstraf werd veroordeeld).

De advocaten van de toenmalige partner van CV legden op 12 mei 2015 een klacht neer tegen de twee beklaagden wegens valsheid in geschrifte en gebruik van valse stukken.

Uitspraak rechtbank

De rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Kortrijk heeft geoordeeld dat de strafvordering in hoofde van de beide beklaagden is vervallen door de zeer zwaarwichtige miskenning van de redelijke termijn.

Motivering rechtbank

De rechtbank verwijst in haar motivering naar de data in het gerechtelijk onderzoek. Op basis van deze data is de rechtbank van oordeel dat de zeer zwaarwichtige miskenning van de redelijke termijn plaatsvond voorafgaand aan de verwijzingsbeschikking van de raadkamer. Een zeer zwaarwichtige miskenning van de redelijke termijn kan aanleiding geven tot het onontvankelijk of vervallen verklaren van de strafvordering (artikel 27 V.T.Sv.).

De rechtbank verklaart zich zonder rechtsmacht om kennis te nemen van de vordering van de burgerlijke partij.