De rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Brugge heeft 14 beklaagden veroordeeld wegens mensensmokkel. Via hun werkwijze brachten de beklaagden het leven van migranten opzettelijk of door grove nalatigheid in gevaar. Zo maakten zij gebruik van rubberboten zonder anker, geluids- of lichtsein om via de Noordzee de oversteek te maken naar het Verenigd Koninkrijk. Dit geeft blijk van een stuitend gebrek aan respect voor de fysieke en psychische integriteit van hun slachtoffers.
Feiten
De feiten kwamen aan het licht na een grootschalig onderzoek met samenwerking van de Belgische, Franse en Duitse politie. Vanuit Duitsland werden boten, pompen en ander nautisch materiaal op regelmatige basis via België naar Noord-Frankrijk vervoerd. Daar diende dit materiaal om transmigranten via rubberboten de Noordzee te laten oversteken naar het Verenigd Koninkrijk. De rubberboten die werden voorzien hadden geen anker, geluids- of lichtsein. De feiten speelden zich af van 1 januari 2022 tot en met 8 oktober 2024. Verschillende beklaagden werden vrijgesproken voor een bepaalde periode, maar wel veroordeeld voor feiten in een ander deel van deze periode.
Verschillende beklaagden vervoerden met een eigen of gehuurde auto het nautisch materiaal. In verschillende voertuigen werden zaken aangetroffen zoals zwemvesten, bodemplaten, een handpomp, een boot, een buitenboordmotor en gevulde bidons. Een van de beklaagden werd in een geaccidenteerde auto (met gestolen kentekenplaat) aangetroffen met 44 reddingvesten, ongeveer 60 liter benzine, 1 vat olie, een opblaasbare boot, drie handpompen en een motorboot. Op een schermafbeelding van een filmpje is te zien hoe een beklaagde een binnenboordmotor aan het inladen is. Er werden ook twee opslagplaatsen van nautisch materiaal geregeld. Een beklaagde huurde hiertoe ook een garagebox. Een beklaagde regelde ook overnachtingen in een hotel in Poperinge waar diverse beklaagden verbleven in afwachting van verdere opdrachten.
Een beklaagde betwistte de feiten en werd vrijgesproken, nu zijn verklaring niet wordt tegensproken door andere elementen uit het dossier.
Tenlasteleggingen
Op basis van het onderzoek moesten vijftien beklaagden, geboren in Afghanistan, Iran, Irak en Syrië, zich voor de correctionele rechtbank in Brugge verantwoorden voor mensensmokkel met de volgende verzwarende omstandigheden:
-
Het misdrijf werd gepleegd door misbruik te maken van de kwetsbare toestand waarin de slachtoffers zich bevonden;
-
het leven van de slachtoffers opzettelijk of door grove nalatigheid in gevaar werd gebracht;
-
van de betrokken activiteit werd een gewoonte gemaakt;
-
het betrof een daad van deelneming aan de hoofd- of bijkomende bedrijvigheid van een criminele organisatie, ongeacht of betrokkene al dan niet de hoedanigheid van leidend persoon had.
Volgens de rechtbank waren noch de rechten van de verdediging, noch de redelijke termijn geschonden. Ook alle feiten van de tenlasteleggingen konden strafrechtelijk in België worden gelokaliseerd.
Strafmaat
Bij het bepalen van de strafmaat hield de rechtbank onder andere rekening met volgende elementen:
-
De aard, de objectieve ernst en de lange duur van de bewezen feiten en de begeleidende omstandigheden.
-
De criminele ingesteldheid en het totaal verstoord normbesef van de beklaagden. In een zoektocht naar geldgewin maakten zij deel uit van een criminele organisatie die migranten reduceerde tot ‘vracht’ en hen in uiterst risicovolle situaties bracht. De migranten hadden zodanig in feite geen andere echte en aanvaardbare keuze dan zich te laten misbruiken.
-
Via hun modus operandi brachten de beklaagden het leven van de migranten opzettelijk of door grove nalatigheid in gevaar. Zo maakten zij gebruik van rubberboten zonder anker, geluids- of lichtsein om via de Noordzee de oversteek te maken naar het Verenigd Koninkrijk. Het staat vast dat de beklaagden redelijkerwijs kennis hadden van de gevaren (of die kennis moesten hebben). Dit geeft blijk van een stuitend gebrek aan respect voor de fysieke en psychische integriteit van hun slachtoffers.
-
De context en de omstandigheden waarin de feiten werden gepleegd, vergden een dermate vorm van organisatie dat ze alleen in het kader van een criminele organisatie konden worden gepleegd.
-
Het ongunstig strafrechtelijk verleden van sommige beklaagden, van wie er meerdere al in het verleden werden veroordeeld voor gelijkaardige feiten.
De laagst uitgesproken gevangenisstraf is 30 maanden met uitstel voor een termijn van 3 jaar (met uitzondering van de reeds ondergane voorhechtenis). De hoogst uitgesproken gevangenisstraf is zeven jaar effectief. De veertien beklaagden werden elk veroordeeld tot een geldboete van 8 000,00 euro en werden voor een periode van 10 jaar ontzet uit hun burgerrechten. De bijzondere verbeurdverklaring van in totaal 91 500 euro werd uitgesproken. Twee beklaagden lieten verstek, zodat de door hen betaalde borgsommen van 5 000 en 1 500 euro toekomen aan de Staat.